Het Boek

Jesaja 3:14-26 Het Boek (HTB)

14. De eersten die de Here zal aanklagen, zijn de oudsten en de edelen, want zij hebben de armen beroofd. Zij hebben hun huizen met hun buit gevuld.

15. ‘Wat bezielt u dat u mijn volk vertrapt en weerlozen mishandelt?’ zal de Here van de hemelse legers hun vragen.

16. Daarna zal Hij de verwaande vrouwen van Jeruzalem berechten. Zij schrijden door de straten met hun neus in de lucht en met rinkelende ringen om hun enkels. Begerig lonken zij naar de mannen.

17. De Here zal een plaag sturen die hun schedels schurftig maakt en hen openlijk vernederen.

18. Zij zullen onder het lopen niet langer zelfverzekerd rinkelen. Want de Here zal hun mooie sieraden wegnemen,

19. hun halskettingen en armbanden en hun prachtige sluiers.

20. Verdwenen zijn dan hun hoofddoeken en enkelbanden, hoofdbanden, oorringen en parfums,

21. hun ringen en juwelen,

22. hun feestkleding, mantels, omslagdoeken, diademen en tasjes,

23. hun spiegeltjes, de fijne lingerie en de prachtige jurken.

24. In plaats van heerlijk naar parfum te ruiken, zullen zij stinken, in plaats van gordels zullen zij touwen gebruiken, hun prachtig gekapte haar zal uitvallen en zij zullen zakken dragen in plaats van mooie jurken. Al hun schoonheid zal verdwijnen en wat overblijft, is schaamte en vernedering.

25. Hun echtgenoten zullen in de strijd sneuvelen.

26. De vrouwen zullen huilend op de grond zitten, omdat ze geruïneerd zijn.