Het Boek

Jeremia 46:1-17 Het Boek (HTB)

1. Hier volgt wat de Here aan Jeremia doorgaf met betrekking tot andere volken.

2. Dit is wat de Here doorgaf over Egypte, na de slag bij Karkemis, waar het leger van farao Necho bij de Eufraat werd verslagen door koning Nebukadnezar van Babel. Dat gebeurde in het vierde regeringsjaar van koning Jojakim van Juda, de zoon van Josia:

3. ‘Neem al uw schilden en trek ten strijde, Egyptenaren!

4. Maak uw paarden klaar en stijg op. Neem uw posities in, zet uw helmen op, slijp uw speren en doe uw wapenrusting aan.

5. Maar kijk! Het Egyptische leger slaat in paniek op de vlucht, verslagen rennen de dapperste soldaten weg zonder achterom te kijken. Ja, ze zullen verlamd zijn van angst,’ zegt de Here.

6. ‘Zelfs de snelsten kunnen niet ontsnappen, evenmin als de sterksten. In het noorden, langs de Eufraat, zullen zij struikelen en vallen.

7. Wat is dat voor een machtig leger, oprijzend als de Nijl, die bij vloed al het land overstroomt?

8. Het is het Egyptische leger dat brult dat het de aarde zal overstromen als een stormvloed, de steden zal verwoesten en elke tegenstander vernietigen.

9. Kom dan maar, paarden, strijdwagens en dappere soldaten van Egypte! Kom op, mannen uit Kus en Put, die het schild hanteren en de boog spannen!

10. Want dit is de dag van de Here, de God van de hemelse legers, een dag van wraak op zijn vijanden. Het zwaard zal verslinden tot het doordrenkt, ja, dronken is van uw bloed, want de Here, de God van de hemelse legers, zal vandaag slachtoffers maken in het noordelijke land aan de oevers van de Eufraat!

11. Ga naar Gilead om zalf te halen, volk van Egypte! Maar al gebruikt u nog zoveel geneesmiddelen, voor u bestaat geen genezing.

12. De volken hebben gehoord over uw schande. De aarde is gevuld met uw kreten van vertwijfeling en verslagenheid, uw beste soldaten zullen over elkaar struikelen en samen vallen.’

13. Toen gaf de Here Jeremia de volgende boodschap over de komst van koning Nebukadnezar van Babel om Egypte aan te vallen:

14. ‘Roep het om in Egypte, maak het bekend in de steden Migdol, Memfis en Tachpanhes! Maak u klaar voor de strijd, want het vernietigende zwaard zal iedereen verslinden.

15. Waarom zijn uw machtige soldaten gevallen en niet weer opgestaan? Omdat de Here hen neersloeg.

16. Velen zijn gestruikeld en vallen over elkaar heen. Dan zal de rest van dat leger zeggen: “Laten wij teruggaan naar ons vaderland, weg van deze slachtpartij!”

17. Thuisgekomen roepen ze: “De farao is een opschepper, hij heeft zijn kans niet gegrepen.”