Het Boek

Jeremia 42:1-10 Het Boek (HTB)

1. Toen gingen alle legerofficieren, onder wie Johanan en Azarja, samen met de rest van het volk naar Jeremia en zeiden:

2. ‘Bid alstublieft voor ons tot de Here, uw God, want zoals u weet zijn er van ons maar weinig hier overgebleven.

3. Smeek de Here, uw God, of Hij ons wil laten zien wat wij moeten doen en waar wij heen moeten gaan.’

4. ‘Goed,’ antwoordde Jeremia. ‘Ik zal het Hem vragen en u zijn antwoord overbrengen. Ik zal niets voor u achterhouden.’

5. Zij verzekerden Jeremia met klem: ‘Wij beloven bij de Here dat wij zullen doen wat Hij zegt!

6. Of wij het nu prettig vinden of niet, wij zullen de Here, onze God, tot wie wij ons richten, gehoorzamen, want dan zal het goed met ons gaan.’

7. Tien dagen later kreeg Jeremia het antwoord van de Here.

8-9. Hij riep Johanan, de andere legeraanvoerders en het hele volk bij zich en zei: ‘U stuurde mij naar de Here, de God van Israël, om Hem te vragen naar uw gebed te luisteren. Dit is zijn antwoord:

10. “Blijf in dit land. Als u dat doet, zal Ik u zegenen en u niets in de weg leggen. Want Ik ben van gedachten veranderd over de vele straffen die Ik u moest geven.