Het Boek

Jeremia 32:38-44 Het Boek (HTB)

38. Zij zullen mijn volk zijn en Ik zal hun God zijn.

39. En Ik zal hun één hart en één wil geven, zodat zij Mij voor altijd vereren, voor hun eigen bestwil en voor dat van hun nakomelingen.

40. Ik zal een eeuwig verbond met hen sluiten, waarin Ik beloof dat Ik hen nooit meer in de steek zal laten en altijd het goede voor hen zal doen. In hun hart zal Ik het verlangen leggen Mij te blijven aanbidden en zij zullen Mij nooit verlaten.

41. Met vreugde zal Ik het goede voor hen doen en Ik zal hen heel graag voorgoed in dit land laten wonen.

42. Net zoals Ik al deze ellende over hen heen heb laten komen, zo zal Ik nu al het goede doen wat Ik heb beloofd.

43. Stukken land zullen weer worden verhandeld in dit land dat nu verwoest is door de Babyloniërs en waaruit zowel mens als dier zijn verdwenen.

44. Ja, velden zullen weer voor geld worden gekocht en verkocht: koopcontracten zullen weer worden ondertekend en verzegeld en door getuigen bekrachtigd, in het land van Benjamin en hier in de omgeving van Jeruzalem, in de steden van Juda en in het heuvelland, in de Filistijnse laagvlakte en ook in de Negev, want op een goede dag zal Ik hun weer voorspoed geven.’