26. Ik zal u en uw moeder dit land uitgooien en u zult sterven in een ver land.
27. U zult nooit meer terugkeren naar het land waar u zo naar verlangt.
28. Deze Chonja lijkt op een onbruikbare, beschadigde pot. Hij en zijn kinderen zullen worden verbannen naar verre landen.
29. O aarde, aarde! Luister naar het woord van de Here!”
30. De Here zegt: “Noteer deze Chonja als mislukt en kinderloos, want geen van zijn kinderen zal ooit op Davids troon zitten en het land Juda regeren.” ’