Het Boek

Jeremia 22:21-27 Het Boek (HTB)

21. Toen het u goed ging, heb Ik u gewaarschuwd, maar u gaf als antwoord: ‘Val mij niet lastig.’ Sinds uw jeugd bent u zo geweest, u wilde gewoon niet luisteren!

22. En nu zijn alle leiders van het volk verdwenen als door een windvlaag, al uw bondgenoten zijn als slaven weggevoerd. Uiteraard zult u ten slotte uw goddeloosheid inzien en u diep schamen.

23. Nu voelt u zich nog veilig en leeft u comfortabel in een paleis tussen het cederhout van de Libanon, maar over niet al te lange tijd zult u schreeuwen en kreunen van pijn, als een vrouw die een kind ter wereld brengt.

24-25. Zo zeker als Ik leef,” zegt de Here, “Jechonja, zoon van Jojakim, de koning van Juda, zelfs al was u de zegelring aan mijn rechterhand, dan nog zou Ik u afdoen en in handen geven van hen die van plan zijn u te doden en voor wie u zo doodsbang bent: in handen van Nebukadnezar en de Chaldeeën.

26. Ik zal u en uw moeder dit land uitgooien en u zult sterven in een ver land.

27. U zult nooit meer terugkeren naar het land waar u zo naar verlangt.