Het Boek

Jeremia 2:31-37 Het Boek (HTB)

31. O mijn volk, luister naar de woorden van God: ben Ik onrechtvaardig tegen Israël geweest? Ben Ik een onherbergzaam oord en een land van duisternis voor haar geweest? Waarom zegt mijn volk dan: ‘Eindelijk zijn we van God bevrijd, we willen nooit meer iets met Hem te maken hebben!’ Waarom verbreekt u zo alle relaties met uw God?

32. Vergeet een meisje soms haar sieraden? En zal een bruid haar bruidsjurk willen verstoppen? Maar mijn volk heeft Mij allang vergeten, het kostbaarste van al zijn schatten.

33. Wat doet u toch een moeite uw geliefden voor u te winnen! Een prostituee zou nog heel wat van u kunnen leren!

34. Uw kleren zijn besmeurd met het bloed van onschuldigen en armen. Schaamteloos hebt u hen vermoord, zonder enige reden.

35. En toch zegt u: ‘Ik heb niets gedaan. Ik weet zeker dat God niet toornig is!’ Maar Ik zal u streng straffen, omdat u zegt: ‘Ik heb niet gezondigd!’

36. Steeds weer verlaat u Mij en zoekt steun bij een ander, uw nieuwe vrienden in Egypte zullen u in de steek laten, net zoals Assyrië heeft gedaan.

37. U zult in vertwijfeling worden achtergelaten en uw handen voor uw gezicht slaan, want de Here heeft degenen op wie u vertrouwt, verworpen. U kunt van hen geen hulp ontvangen.’