Het Boek

Jeremia 2:29-34 Het Boek (HTB)

29. Kom niet bij Mij aan, u bent allemaal tegen Mij in opstand gekomen,’ zegt de Here.

30. ‘Ik heb uw volk gestraft, maar het hielp niets, het wil nog steeds niet gehoorzamen. En uzelf hebt mijn profeten gedood, zoals een leeuw zijn prooi verscheurt.

31. O mijn volk, luister naar de woorden van God: ben Ik onrechtvaardig tegen Israël geweest? Ben Ik een onherbergzaam oord en een land van duisternis voor haar geweest? Waarom zegt mijn volk dan: ‘Eindelijk zijn we van God bevrijd, we willen nooit meer iets met Hem te maken hebben!’ Waarom verbreekt u zo alle relaties met uw God?

32. Vergeet een meisje soms haar sieraden? En zal een bruid haar bruidsjurk willen verstoppen? Maar mijn volk heeft Mij allang vergeten, het kostbaarste van al zijn schatten.

33. Wat doet u toch een moeite uw geliefden voor u te winnen! Een prostituee zou nog heel wat van u kunnen leren!

34. Uw kleren zijn besmeurd met het bloed van onschuldigen en armen. Schaamteloos hebt u hen vermoord, zonder enige reden.