Het Boek

Hooglied 1:8-17 Het Boek (HTB)

8. Jij bent de mooiste van alle vrouwen. Als je niet weet waar ik weid, volg dan gewoon het spoor van de kudde. Laat je geiten maar grazen bij de nachtverblijven van de herders.

9. Allerliefste, ik vergelijk je met de mooiste merrie voor de wagen van de farao.

10. Je wangen komen mooi uit tussen de sieraden die je draagt. En je hals rijst zo fraai op boven de halssieraden.

11. Ik zal gouden sieraden voor je laten maken met zilveren ballen erin.

12. Zolang de koning aan tafel zit, kun je de geur van mijn nardusparfum ruiken.

13. Mijn liefste rust tussen mijn borsten als een bundel mirre.

14. Mijn liefste lijkt in mijn ogen op een tros bloemen in de wijngaarden van Engedi.

15. Wat vind ik je mooi, mijn allerliefste! Je bent zo mooi, je ogen zijn zo teer als duiven.

16. Ik vind jou ook mooi, mijn liefste. Het is heerlijk om met jou samen te zijn. Wij liggen samen tussen het gebladerte.

17. De ceders om ons heen zijn de balken van ons huis en de cipressen vormen een muur om ons heen.