Het Boek

Hebreeën 6:10-17 Het Boek (HTB)

10. God is niet onrechtvaardig. Hoe zou Hij al uw werk voor Hem kunnen vergeten of de liefde die u Hem hebt gegeven en nog steeds geeft door zijn kinderen te helpen?

11. Wij verlangen ernaar dat ieder van u tot het einde toe ijverig zal doorgaan, zodat het goede waarop u zo geduldig wacht, mag plaatsvinden.

12. En ook dat u de moed niet laat zakken, maar het voorbeeld volgt van de mensen die, door hun geloof en geduld, ontvingen wat God hun had beloofd.

13. Toen God aan Abraham een belofte deed, zwoer Hij bij zijn eigen naam, omdat er niemand hoger is dan Hijzelf voor wie Hij een eed kan afleggen.

14. ‘Abraham,’ zei Hij, ‘Ik zal u telkens weer zegenen en Ik zal u veel nakomelingen geven.’

15. Abraham bleef geduldig wachten tot God hem een zoon gaf, zoals Hij had beloofd.

16. Als iemand zweert, doet hij dat bij iemand die hoger is dan hijzelf, en een eed is het einde van alle tegenspraak.

17. God heeft ook een eed afgelegd om duidelijk te maken dat Hij niet anders kan dan zijn woord houden, Hij wilde dat de mensen aan wie Hij de belofte deed, niet zouden twijfelen.