Het Boek

Hebreeën 11:25-32 Het Boek (HTB)

25. Hij wilde liever met het volk van God slecht behandeld worden dan tijdelijk genieten van de zonde.

26. Hij vond het lijden voor Christus meer waard dan al de rijkdom van Egypte, want hij verwachtte dat God hem daarvoor zou belonen.

27. In dat vertrouwen verliet hij Egypte en was niet bang voor de woede van de farao. Hij liet zich niet van de wijs brengen, het was alsof hij steeds de onzichtbare God zag.

28. Omdat hij op God vertrouwde, zei Mozes tegen de Israëlieten dat zij een lam moesten slachten en het bloed ervan op de deurposten van hun huizen moesten strijken. Dan zou de doodsengel hun oudste kinderen niet doden, maar alleen die van de Egyptenaren.

29. Omdat de Israëlieten op God vertrouwden, zijn zij door de Rode Zee getrokken als over droog land. Maar de Egyptenaren die hen achterna gingen, verdronken allemaal.

30. Omdat de Israëlieten op God vertrouwden, liepen zij zeven dagen om Jericho heen en toen stortten de muren van de stad in.

31. Omdat de hoer Rachab op God vertrouwde, werd zij niet gedood, zoals de andere ongehoorzame inwoners van Jericho, want zij had de spionnen van Israël gastvrij ontvangen.

32. Moet ik hiermee doorgaan? Ik zou tijd tekort komen als ik de ervaringen van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David, Samuël en de profeten moest vertellen.