Het Boek

Handelingen 4:31-37 Het Boek (HTB)

31. Terwijl zij dit aan God vroegen, begon het gebouw waar ze bijeen waren te schudden. Zij werden allemaal vol van de Heilige Geest en verkondigden vrijmoedig de boodschap van God.

32. Alle mensen die in Jezus geloofden, waren van harte eensgezind. Niemand zei dat zijn bezittingen van hem alleen waren, alles was gemeenschappelijk.

33. De apostelen verkondigden met grote overtuigingskracht dat de Here Jezus uit de dood was opgestaan, en Gods zegen rustte op hen allen.

34. Niemand van hen leed gebrek, want allen die land of huizen hadden, verkochten daar zo nu en dan iets van en gaven het geld aan de apostelen.

35. Die deelden uit aan ieder die iets nodig had.

36. Een van die mensen was Jozef, een Leviet van het eiland Cyprus. Hij werd door de apostelen Barnabas genoemd, wat betekent: ‘Zoon van de troost’.

37. Deze Jozef had een stuk land verkocht en het geld aan de apostelen gegeven.