Het Boek

Handelingen 27:4-9 Het Boek (HTB)

4. Toen wij de haven van Sidon uitvoeren, hadden we de wind tegen. Daarom zetten wij koers naar het noorden en zeilden om Cyprus heen,

5. langs Cilicië en Pamfylië, naar Myra in de provincie Lycië.

6. Daar vond de officier een Alexandrijns schip dat naar Italië zou varen en bracht ons aan boord.

7. Omdat wij opnieuw de wind tegen hadden, zaten wij dagenlang op zee zonder vooruit te komen. Toen wij eindelijk ter hoogte van Knidus kwamen, waaide het zo hard dat we de steven naar Kreta moesten wenden. Wij omzeilden Kaap Salmone,

8. bleven dicht onder de kust van het eiland en bereikten met moeite De Goede Rede, een haven niet ver van de stad Lasea.

9. Wij hadden veel tijd verloren en door de komende herfststormen (het was al na Grote Verzoendag) werd het varen op zee nu wel erg gevaarlijk. Daarom waarschuwde Paulus de bemanning en de soldaten.