Het Boek

Handelingen 25:1-8 Het Boek (HTB)

1. Drie dagen nadat Festus in zijn gebied was aangekomen, ging hij van Caesarea naar Jeruzalem.

2. Daar kwamen de leidende priesters en leidende Joden bij hem met hun verhalen over Paulus.

3. Zij vroegen hem dringend Paulus naar Jeruzalem te laten overbrengen. Zij waren namelijk van plan hem onderweg vanuit een hinderlaag te vermoorden.

4. Festus antwoordde dat Paulus in Caesarea bleef en dat hij zelf binnenkort daar weer heen wilde gaan.

5. ‘Laten enkele van uw leiders met mij meereizen. Als die man iets verkeerds heeft gedaan, kunnen zij hem beschuldigen,’ zei hij.

6. Na een dag of negen ging Festus terug naar Caesarea. De volgende dag ging hij op zijn stoel in het gerechtshof zitten en liet Paulus voorleiden.

7. Meteen gingen de Joden uit Jeruzalem om Paulus heen staan en brachten vele zware beschuldigingen tegen hem in. Maar zij konden niets bewijzen.

8. Paulus verdedigde zich en zei: ‘Ik heb de Joodse wet niet overtreden, de tempel niet ontwijd en mij ook niet tegen het Romeinse bewind verzet.’