Het Boek

Handelingen 21:4-16 Het Boek (HTB)

4. Eenmaal aan land, vonden wij christenen en bleven een week bij hen. Geleid door de Heilige Geest zeiden zij tegen Paulus dat hij maar niet naar Jeruzalem moest gaan.

5. Maar toen onze tijd erop zat, gingen wij weer op reis. De hele gemeente, vrouwen en kinderen inbegrepen, deed ons uitgeleide op het strand. Daar knielden wij neer en baden met elkaar. Nadat we afscheid hadden genomen,

6. gingen wij aan boord van het schip en keerden zij terug naar huis.

7. De volgende haven die we aandeden, was Ptolemaïs. Daar brachten we de christenen een bezoek, maar bleven slechts een dag.

8. Daarna gingen wij naar Caesarea en logeerden bij de evangelist Filippus, een van de eerste zeven helpers in de gemeente van Jeruzalem.

9. Deze broeder had vier ongetrouwde dochters, die vaak woorden van God doorgaven en dus profetessen waren.

10. Wij waren daar al enkele dagen toen Agabus, een profeet uit Judea, arriveerde.

11. Hij stapte op ons toe, pakte de riem van Paulus en bond zichzelf ermee vast. ‘Luister naar de woorden van de Heilige Geest,’ zei hij. ‘Zo zullen de Joden in Jeruzalem de eigenaar van deze riem vastbinden en aan de Romeinen uitleveren.’

12. Toen we dat hoorden, smeekten wij en de andere christenen Paulus niet naar Jeruzalem te gaan.

13. Maar hij antwoordde: ‘Waarom probeert u mij door uw tranen te vermurwen? Ik ben niet alleen bereid me in Jeruzalem te laten binden, maar ook voor de Here Jezus te sterven.’

14. Toen wij begrepen dat hij zich niet liet ompraten, gaven wij het over en zeiden: ‘Wat God wil, moet gebeuren.’

15. Niet lang daarna maakten wij ons klaar en vertrokken naar Jeruzalem.

16. Enkele christenen uit Caesarea gingen met ons mee en brachten ons naar het huis van Mnason, een Cyprioot bij wie wij de nacht zouden doorbrengen. Hij was een van de eerste christenen.