Het Boek

Handelingen 2:8-13 Het Boek (HTB)

8. ‘Hoe kan het dan dat zij ónze taal spreken en nog andere talen ook? Kijk eens waar wij overal vandaan komen:

9. uit Parthië, Medië, Elam en Mesopotamië, uit Judea, Capadocië, Pontus, Asia,

10. Frygië en Pamfylië, uit Egypte en de streek van Cyrene in Libië. Er zijn hier Joden en Joodse bekeerlingen uit Rome,

11. Kreta en Arabië. Hoe bestaat het dat ieder van ons in zijn eigen taal hoort spreken over de geweldige dingen die God gedaan heeft!’

12. Zij waren buiten zichzelf en wisten niet wat zij ervan moesten denken. Zij zeiden tegen elkaar: ‘Wat heeft dit toch te betekenen?’

13. ‘Die mensen hebben vast teveel zoete wijn gedronken,’ lachten sommigen schamper.