Het Boek

Habakuk 2:11-20 Het Boek (HTB)

11. Zelfs de stenen uit de muren van uw huizen roepen dit en de balken in het plafond beamen hun woorden.

12. Wee hun die steden bouwen met geld dat is verkregen uit moord en roof!

13. Heeft de Here van de hemelse legers niet bepaald dat de winst van de goddeloze volken in rook zal opgaan? Zij sloven zich uit, maar tevergeefs!

14. Maar er zal een tijd komen waarop de aarde helemaal vol zal zijn met de kennis van de heerlijkheid van de Here, net zoals de zee boordevol water is.

15. Wee hun die hun naasten te drinken geven en er gif bij mengen, die hen dronken voeren om hen naakt te kunnen zien!

16. Binnenkort zal uw eer moeten plaatsmaken voor schande. Drink uit de beker met het oordeel van de Here. Drink en laat uw onbesnedenheid zien. Uw eer zal moeten wijken voor de grote schande die u zal treffen.

17. Eens kapte u de bossen van de Libanon, maar nu wordt u zelf geveld. De wilde dieren die in uw vallen waren gevangen, joegen u angst aan, maar nu zal u zelf het angstzweet uitbreken omdat u overal hebt gemoord en geweld hebt gepleegd.

18. Welk nut heeft het uw zelfgemaakte afgodsbeelden te aanbidden? Het is een leugen dat zij zouden kunnen helpen. Het is dwaas om te vertrouwen op wat u zelf hebt gemaakt.

19. Wee hun die tegen een stuk hout zeggen: “Word wakker!” of tegen een stomme steen: “Opstaan!” Kunnen zulke afgodsbeelden spreken namens God? Zij zijn wel overtrokken met zilver en goud, maar er is volstrekt geen leven in!

20. De Here woont echter in zijn heilige tempel. Laat de hele aarde voor Hem zwijgen.’