Het Boek

Genesis 48:1-3-4 Het Boek (HTB)

1. Op een dag, niet lang hierna, hoorde Jozef dat zijn vader snel achteruit ging. Samen met zijn twee zonen, Manasse en Efraïm, ging hij hem bezoeken.

2. Toen Jakob hoorde dat Jozef er was, verzamelde hij al zijn krachten en ging rechtop in bed zitten om hem te begroeten.

3-4. Hij zei tegen Jozef: ‘God, de Almachtige, verscheen aan mij bij Luz in het land Kanaän. Hij zegende mij en zei: “Ik zal u tot een groot volk maken en het land Kanaän aan de kinderen van uw kinderen geven, als een eeuwig bezit.”