Het Boek

Genesis 45:19-26 Het Boek (HTB)

19. Zeg uw broers dat ze rijtuigen van hier meenemen om hun gezinnen in te vervoeren. Ze moeten uw vader hierheen brengen!

20. Ze hoeven geen spijt te hebben dat ze hun huisraad niet kunnen meenemen, want het beste van het land Egypte zal het hunne zijn.’

21. Jozef gaf hun de rijtuigen, zoals de farao hem had gezegd, eten voor onderweg en voor ieder een nieuw stel kleren.

22. Maar Benjamin gaf hij vijf stel nieuwe kleren en bovendien nog driehonderd zilverstukken!

23. Hij stuurde zijn vader tien ezelbepakkingen met Egyptische goederen en tien ezels, beladen met graan en allerlei andere soorten voedsel, als leeftocht voor de reis naar Egypte.

24. Zo stuurde hij zijn broers terug naar huis. Hij deed hen uitgeleide en waarschuwde nog een keer: ‘Maak geen ruzie onderweg, hoor!’

25. Zo kwamen de broers met de geschenken en het goede nieuws bij hun vader Jakob in Kanaän terug.

26. ‘Jozef leeft nog!’ riepen zij hem toe. ‘Hij is heerser over het hele land Egypte!’ Maar Jakobs hart bleef zo koud als een steen, hij kon het niet geloven.