Het Boek

Genesis 35:6-8 Het Boek (HTB)

6. Ten slotte kwamen zij bij Luz (ook Betel genoemd) in Kanaän.

7. Jakob bouwde daar een altaar en noemde het El-Betel (de God die bij Betel aan mij is verschenen), want dat was de plaats waar God aan hem verscheen, toen hij op de vlucht was voor Esau.

8. Kort hierna stierf Debora, de oude voedster van Rebekka. Zij werd onder de eik in het dal beneden Betel begraven. Die eik heette voortaan Eik van het verdriet.