Het Boek

Genesis 32:13-20 Het Boek (HTB)

13. Jakob bleef daar die nacht en maakte een geschenk voor zijn broer Esau klaar,

14. dat bestond uit tweehonderd geiten, twintig bokken, tweehonderd ooien, twintig rammen,

15. dertig zogende kamelen met hun veulens, veertig koeien, tien stieren, twintig ezelinnen en tien ezels.

16. Jakob gaf zijn dienaren de opdracht de dieren voor hen uit te leiden, elke groep apart, met tussenruimtes.

17. Hij zei de mannen die de eerste groep moesten leiden, dat als zij Esau tegenkwamen en hij zou vragen: ‘Waar gaan jullie heen?’, ‘Wiens dienaren zijn jullie?’, ‘Wiens dieren zijn dit?’,

18. zij zouden moeten antwoorden: ‘Deze dieren zijn van uw dienaar Jakob. Zij zijn een geschenk voor zijn meester Esau! Hij komt vlak achter ons aan!’

19. Die opdracht gaf Jakob aan iedere herder, met dezelfde boodschap.

20. Jakob hoopte Esau gunstig te stemmen, voordat hij hem ontmoette. ‘Misschien,’ redeneerde Jakob, ‘zal hij ons dan vriendelijk behandelen.’