Het Boek

Genesis 30:8-17 Het Boek (HTB)

8. Rachel noemde hem Naftali (Mijn worsteling) en zei: ‘Ik ben in gevecht met mijn zuster en ik win!’

9. Ook voor Lea werd het duidelijk dat zij niet meer zwanger werd en zij gaf op haar beurt haar dienares Zilpa aan Jakob als vrouw

10. en die gaf hem een zoon.

11. Lea noemde het kind Gad (Mijn geluk is weer terug).

12-13. Daarna kreeg Zilpa een tweede zoon en Lea noemde hem Aser (Hij die gelukkig maakt) en zei: ‘Wat ben ik blij! Alle andere vrouwen zullen blij zijn vanwege mijn zegeningen!’

14. Op een dag, tijdens de tarweoogst, vond Ruben ergens op het veld liefdesappels en bracht ze naar zijn moeder Lea. Rachel vroeg Lea of zij ook wat liefdesappels mocht hebben.

15. Maar Lea antwoordde: ‘Was het niet genoeg dat je mijn man hebt afgepakt? Nu wil je zeker de liefdesappels van mijn zoon ook nog hebben!’ Rachel zei: ‘Nu zal hij vannacht met jou slapen, vanwege die liefdesappels.’

16. Die avond kwam Jakob thuis van het land en Lea ging hem tegemoet. ‘Je moet vannacht met mij slapen,’ zei ze, ‘want ik heb je eerlijk gehuurd voor de liefdesappels van mijn zoon.’ En Jakob sliep die nacht met haar.

17. God verhoorde Lea's gebeden en zij raakte weer in verwachting.