Het Boek

Genesis 28:6-12 Het Boek (HTB)

6. Esau begreep dat zijn vader een afkeer had van de meisjes die bij hen in de buurt woonden. Zijn vader en moeder hadden Jakob naar Paddan-Aram gestuurd om daar een vrouw te zoeken en hadden hem gewaarschuwd voor de Kanaänitische meisjes.

7. Jakob had naar hen geluisterd en was naar Paddan-Aram vertrokken.

8. Nu wendde Esau zich tot de familie van zijn oom Ismaël en haalde daar zijn derde vrouw vandaan:

9. Machalat, de zuster van Nebajot en dochter van Abrahams zoon Ismaël.

10. Jakob was inmiddels uit Berseba vertrokken en reisde naar Haran.

11. Toen hij op een avond stopte om zijn kamp op te slaan, vond hij een steen die hij als hoofdkussen gebruikte en viel in slaap.

12. Hij droomde en zag een ladder die vanuit de hemel naar de aarde liep. Engelen van God klommen op en neer langs de ladder.