Het Boek

Genesis 25:1-2-16 Het Boek (HTB)

1-2. Abraham hertrouwde met Ketura en zij werd de moeder van Zimran, Joksan, Medan, Midjan, Jisbak en Suach.

3. Joksans twee zonen heetten Seba en Dedan. De zonen van Dedan waren de Assurieten, de Letusieten en de Leümieten.

4. De zonen van Midjan waren Efa, Efer, Chanoch, Abida en Eldaä.

5. Abraham vermaakte zijn hele bezit aan Isaak.

6. De zonen van zijn andere vrouwen gaf hij geschenken en daarna stuurde hij hen weg naar het oosten, bij Isaak uit de buurt.

7-8. Toen stierf Abraham, hij was honderdvijfenzeventig jaar oud geworden.

9-10. Zijn zonen Isaak en Ismaël begroeven hem bij zijn vrouw Sara in de grot van Machpela, bij Mamre, in de grond die Abraham had gekocht van Efron, de zoon van de Hethiet Sochar.

11. Na Abrahams dood zegende God Isaak rijkelijk. Hij woonde bij de bron Lachai-Roï in de Negev.

12-15. Hier is een lijst, in volgorde van geboorte, van de zonen van Ismaël, de zoon van Abraham en Hagar, de Egyptische dienares van Sara: Nebajot, Kedar, Adbeël, Mibsam, Misma, Duma, Massa, Hadad, Tema, Jetur, Nafis en Kedema.

16. Deze twaalf zonen werden voorvaders van stammen, die hun namen droegen.