Het Boek

Genesis 23:1-8-9 Het Boek (HTB)

1. Sara werd honderdzevenentwintig jaar

2. en stierf in Kirjat-Arba, ook Hebron genoemd, in het land Kanaän. Nadat Abraham enige tijd om haar gerouwd had,

3. ging hij naar de Hethieten en vroeg hun:

4. ‘Ik ben een vreemdeling in dit land, daarom wil ik graag een stuk grond hebben om mijn vrouw te begraven. Wilt u mij een stuk land verkopen?’

5-6. ‘Maar natuurlijk,’ reageerden de mannen, ‘wij beschouwen u als een vorst die door God begunstigd is. Het is ons een grote eer als u een keus wilt maken uit onze begraafplaatsen om daar uw vrouw te begraven.’

7. Na die woorden stond Abraham op, boog voor de mannen en zei:

8-9. ‘Als u er zo over denkt, wilt u dan aan Efron, de zoon van Sochar, vragen of hij mij de grot van Machpela wil verkopen? Die ligt aan het einde van zijn grondgebied. Ik zal de prijs betalen die u bepaalt. De grot zal dan voortaan mijn familiegraf zijn.’