Het Boek

Genesis 11:20-21-32 Het Boek (HTB)

20-21. Bij Serugs geboorte was Reü tweeëndertig jaar. Daarna leefde hij nog tweehonderdzeven jaar en kreeg in die tijd nog meer zonen en dochters.

22-23. Serug was dertig toen zijn zoon Nachor werd geboren. In de tweehonderd jaar die hij daarna nog leefde, kreeg hij nog meer zonen en dochters.

24-25. Toen Terach werd geboren, was zijn vader Nachor zesentwintig. Nachor leefde nog honderdnegentien jaar en kreeg nog meer zonen en dochters.

26. Toen Terach zeventig was, kreeg hij drie zonen: Abram, Nachor en Haran.

27. Haran had een zoon, Lot.

28. Haran stierf echter jong in zijn geboorteland (Ur der Chaldeeën), zodat zijn vader hem overleefde.

29. In de tussentijd trouwde Abram met zijn halfzuster Sarai en Nachor trouwde met Milka, de dochter van Haran. Haran was ook de vader van Jiska.

30. Sarai was onvruchtbaar en kreeg geen kinderen.

31. Op een goede dag brak Terach op vanuit Ur der Chaldeeën om samen met Abram, Harans zoon Lot en Abrams vrouw Sarai naar het land Kanaän te gaan. Onderweg bleven zij echter in de stad Haran en vestigden zich daar.

32. Daar stierf Terach. Hij was tweehonderdvijf jaar oud geworden.