Het Boek

Genesis 10:24-32 Het Boek (HTB)

24. De zoon van Arpachsad heette Selach en diens zoon heette Eber.

25. Eber kreeg twee zonen: Peleg (dat betekent Verdeeldheid, tijdens zijn leven verdeelde God de talen van de mensen) en Joktan.

26-30. Joktan was de vader van Almodad, Selef, Chasarmawet, Jerach, Hadoram, Uzal, Dikla, Obal, Abimaël, Seba, Ofir, Chawila en Jobab. De afstammelingen van Joktan leefden in het gebied tussen Mescha en het in het oosten gelegen gebergte van Sefar.

31. Al deze mensen waren afstammelingen van Sem, verdeeld per geslacht, taal, land en volk.

32. Dit was het geslachtsregister van Noach en zijn zonen. Door de geslachten heen verspreidden hun afstammelingen zich over de aarde en vormden zo de volken.