1. Van: Paulus en Timotheüs, dienaren van Christus Jezus. Aan: alle gelovigen in de stad Filippi en hun leiders en diakenen.
2. Wij wensen u de genade en vrede toe van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus.
3. Telkens als ik aan u denk, dank ik God.
4. Als ik voor u bid, is mijn hart vol vreugde
5. over de geweldige medewerking die u hebt gegeven aan het bekendmaken van het goede nieuws, vanaf de dag dat u het voor het eerst hoorde tot nu toe.