15. Misschien kunt u het zo bekijken: u bent hem een tijdje kwijt geweest, maar nu kan hij voor altijd van u zijn,
16. niet alleen als uw slaaf, maar ook als uw geliefde broeder, die een speciaal plekje in mijn hart heeft. Is dat niet veel beter? Hij zal nu veel meer voor u betekenen, omdat hij niet alleen uw slaaf maar ook uw broeder in Christus is.
17. Als ik werkelijk uw vriend ben, ontvang Onesimus dan even hartelijk als u mij zou ontvangen.
18. En als hij u benadeeld heeft of u iets schuldig is, breng het mij dan in rekening.
19. Ik zal het u betalen. Dat garandeer ik, Paulus, hier met mijn eigen handschrift. En ik ga er dan maar aan voorbij dat u mij uzelf schuldig bent.
20. Ja, broeder, bewijs mij deze dienst omwille van de Here, stel mijn hart gerust om Christus' wil.
21. Ik heb u deze brief geschreven omdat ik ervan overtuigd ben dat u zult doen wat ik u vraag en zelfs meer dan dat.
22. Houd een kamer voor mij klaar, want ik hoop dat God uw gebeden zal verhoren, zodat ik binnenkort als vrij man naar u toe zal kunnen komen.
23. U moet de groeten hebben van Epafras, die hier ook gevangen zit omdat hij Christus Jezus heeft bekendgemaakt.