Het Boek

Ezechiël 24:8-16 Het Boek (HTB)

8. En Ik heb het daar laten liggen, openlijk, zodat het mijn toorn en wraakzucht opwekt.

9. Wee Jeruzalem, stad van moordenaars. Ik zal het brandhout onder haar opstapelen.

10. Gooi het hout er maar op zodat het vuur oplaait en de inhoud van de pot gaat koken. Laat het vleesnat verdampen, het vlees verkolen en de botten verbranden.

11. Zet de pot daarna leeg op de kolen, zodat de roest en de vuile onreinheid er afbranden.

12. Maar het is vergeefse moeite, de roest en het vuil blijven zitten, zelfs in het heetste vuur.

13. Het is de roest en slechtheid van uw ontucht, van uw afgodenverering. En omdat u zich niet door Mij wilde laten reinigen, bent u vuil gebleven. Blijf nu maar smerig tot mijn toorn alle rampen over u heeft gebracht!

14. Ik, de Here, heb het gezegd en Ik zal het doen ook. Ik zal geen medelijden met u hebben. Ik zal u oordelen naar uw daden,” zegt de Oppermachtige Here.’

15. Hierna sprak de Here opnieuw in een boodschap tegen mij en Hij zei:

16. ‘Mensenzoon, door een plotselinge dood ga Ik van u wegnemen wat u het dierbaarst is. Toch moet u niets van uw verdriet laten blijken. Huil niet, verberg uw tranen.