Het Boek

Ezechiël 24:16-27 Het Boek (HTB)

16. ‘Mensenzoon, door een plotselinge dood ga Ik van u wegnemen wat u het dierbaarst is. Toch moet u niets van uw verdriet laten blijken. Huil niet, verberg uw tranen.

17. U mag zuchten, maar alleen zachtjes. U mag niet openlijk rouwen, ontbloot uw hoofd of uw voeten niet en neem het voedsel niet aan dat meelevende vrienden u brengen.’

18. 's Morgens vertelde ik dit aan de mensen en die avond stierf mijn vrouw. De volgende ochtend deed ik alles wat de Here mij had opgedragen.

19. Toen zeiden de mensen: ‘Wat heeft dit allemaal te betekenen? Wat probeert u ons nu weer duidelijk te maken?’

20-21. Ik gaf als antwoord: ‘De Here droeg mij op tegen het volk van Israël te zeggen: “Ik zal mijn tempel, de kracht van uw volk, uw lievelingsgebouw, verwoesten. En uw zonen en dochters die in Jeruzalem zijn achtergebleven, zullen met het zwaard worden afgeslacht.

22. En u moet mijn voorbeeld volgen, u mag niet in het openbaar rouwen of uzelf troosten door te eten van voedsel dat meelevende vrienden u hebben gebracht.

23. U mag uw hoofd en uw voeten niet ontbloten, u mag niet klagen of huilen. Maar wel zult u elkaar beklagen vanwege uw zonden en als u alleen bent, zult u wegkwijnen van verdriet en rouwen om al het kwaad dat u hebt gedaan.

24. Ezechiël is een voorbeeld voor u,” zegt de Oppermachtige Here. “U moet doen wat hij heeft gedaan. En wanneer dat moment aanbreekt, zult u inzien dat Ik de Here ben.”’

25. ‘Mensenzoon, op een dag zal Ik ophouden met hen in Jeruzalem te beroven van hun blijde harten en hun glorie en vreugden, hun vrouwen, zonen en dochters.

26. Op diezelfde dag zullen de ooggetuigen vanuit Jeruzalem op weg gaan naar u in Babel om te vertellen wat er is gebeurd.

27. En op de dag dat zij aankomen, zult u plotseling uw stem terugkrijgen, zodat u met hen kunt praten. U zult een levend voorbeeld en een teken voor deze mensen worden en zij zullen moeten toegeven dat Ik de Here ben.’