Het Boek

Ezechiël 20:40-48 Het Boek (HTB)

40. Want,” zegt de Here, “heel Israël zal Mij eens in Jeruzalem, op mijn heilige berg aanbidden. Daar zal Ik u aanvaarden en van u verlangen dat u Mij uw offers en uw mooiste geschenken brengt.

41. U zult voor Mij een offer van geurend reukwerk zijn, wanneer Ik u uit uw ballingschap terugbreng. En de volken zullen zien wat een grote verandering heeft plaatsgehad in uw harten.

42. Op die dag, wanneer Ik u naar het land heb gebracht dat Ik uw vaders beloofde, zult u erkennen dat Ik de Here ben.

43. Dan zult u terugdenken aan al uw zonden en van uzelf walgen om al het kwaad dat u hebt gedaan.

44. En als Ik mijn naam eer heb aangedaan door u te zegenen, ondanks uw goddeloosheid, Israël, dan zult u weten dat Ik de Hereben.”’

45. Hierna kreeg ik de volgende boodschap van de Here:

46. ‘Mensenzoon, kijk naar het zuiden van het land en profeteer tegen het zuiden en de bosgebieden van de Negev.

47. Profeteer met de woorden: luister naar het woord van de Here. “Ik zal u in brand steken, o woud. En elke boom zal verbranden, zowel de gezonde als de dode bomen. De vreselijke vlammen zullen niet doven en zij zullen het hele land zwart blakeren.

48. Heel de wereld zal zien dat Ik, de Here, het vuur heb aangestoken. Het zal niet worden gedoofd.”’