Het Boek

Ezechiël 16:29-50 Het Boek (HTB)

29. Daarom begon u ook nog de goden van het grote handelsland Babel te aanbidden. En nóg was u niet tevreden.

30. Wat een slappeling bent u,’ zegt de Oppermachtige Here, ‘dat u zulke dingen doet, u bent een onverbeterlijke hoer

31. die in elke straat afgodsaltaren en offerplaatsen bouwt. Ja, u bent zelfs erger dan een hoer, want u bent zo belust op zonde dat u zelfs geen geld vraagt voor uw liefde!

32. Ja, u bent een overspelige echtgenote die met andere mannen leeft in plaats van met haar eigen echtgenoot.

33-34. Prostituees vragen geld voor hun diensten, mannen betalen hen met vele geschenken. Maar u niet, u gaf hun geschenken om hen naar u toe te lokken! Daarin verschilt u van andere prostituees, u betaalde zelf, de omgekeerde wereld!

35. O bandeloze hoer, luister naar het woord van de Here.’

36. De Oppermachtige Here zegt: ‘Omdat Ik uw smerige zonden zie, uw overspel met uw minnaars—uw verering van afgoden—en het vermoorden van uw kinderen als offers aan uw goden,

37. zal Ik het volgende gaan doen: Ik zal al uw bondgenoten verzamelen—deze minnaars met wie u hebt gezondigd, zowel zij van wie u hield en zij die u haatte—en Ik zal u naakt tentoonstellen voor hen, door u de kleren van het lijf te scheuren waar zij bij zijn.

38. Ik zal u straffen zoals een overspelige vrouw en een moordenares wordt gestraft. U zult boeten voor het bloed dat u hebt doen vloeien en Ik zal u laten kennismaken met mijn jaloerse toorn.

39. Ik zal u overgeven aan uw minnaars om u te laten vernietigen. Zij zullen uw offerplaatsen en afgodsaltaren afbreken, u beroven van uw prachtige juwelen en u naakt en beschaamd achterlaten.

40. Zij zullen zich verzamelen en met een bende tegen u optrekken om u te stenigen en met het zwaard in stukken te hakken.

41. Zij zullen uw huizen verbranden en u straffen voor de ogen van vele vrouwen. Ik zal erop toezien dat u stopt met uw overspel en uw minnaars niet langer betaalt voor hun liefde.

42. Wanneer dat allemaal achter de rug is, zal mijn toorn tegen u bedaren, mijn jaloezie tegen u zal wegebben en Ik zal kalm worden. Ik zal niet langer toornig op u zijn.

43. Maar eerst zal Ik al uw zonden met u verrekenen, omdat u zich uw jeugd niet hebt herinnerd en Mij toornig hebt gemaakt door al die gruwelijke dingen die u doet,’ zegt de Here. ‘Dan zult u niet langer deze schandelijke dingen doen.

44. “Zo moeder, zo dochter” zal iedereen van u zeggen.

45. Want ook uw moeder had een afkeer van haar man en kinderen en u hebt hetzelfde. Net als uw zusters hebt u een afkeer van man en kinderen. Inderdaad, uw moeder moet wel een Hethitische en uw vader wel een Amoriet zijn geweest!

46. Uw oudere zuster is Samaria en zij leefde met haar dochters ten noorden van u. Uw jongere zuster is Sodom, zij leefde met haar dochters ten zuiden van u.

47. U hebt niet alleen gezondigd zoals zij, nee, dat was nog niets, in korte tijd streefde u hen ver voorbij.

48. Zo waar Ik leef,’ zegt de Oppermachtige Here: ‘Sodom en haar dochters zijn nooit zo verdorven geweest als u en uw dochters.

49. De zonden van uw zuster Sodom waren arrogantie, vraatzucht en onverschilligheid, terwijl buiten haar deur de armen en behoeftigen gebrek leden zonder dat zij hen hielp.

50. Terwijl Ik toekeek, deed zij afschuwelijke dingen. Daarom heb Ik haar weggevaagd, zoals u weet.