Het Boek

Exodus 8:12-25 Het Boek (HTB)

12. Toen verlieten Mozes en Aäron het paleis van de farao en Mozes bad tot de Here en vroeg Hem de kikkerplaag te beëindigen.

13. De Here verhoorde Mozes' gebed en liet de kikkers sterven. Overal lagen dode kikkers, die een vieze stank verspreidden.

14. Ze werden op grote hopen bij elkaar gegooid.

15. Toen de farao echter zag dat de overlast van de kikkers was verdwenen, verhardde hij zijn hart en weigerde het volk te laten gaan. Precies zoals de Here had voorzegd.

16. De Here zei toen tegen Mozes: ‘Zeg tegen Aäron dat hij met zijn staf op het stof van de aarde slaat. Het stof zal veranderen in muggen, overal in Egypte.’

17. Mozes en Aäron voerden Gods opdracht uit. Aäron sloeg met zijn staf in het stof van de aarde. Opeens verschenen in heel Egypte grote hoeveelheden muggen, die op de Egyptenaren en hun dieren neerstreken. Al het stof veranderde in muggen.

18. Ook deze keer probeerden de geleerden hen weer met hun toverkunsten na te doen, maar het lukte niet.

19. ‘Dit is de hand van God,’ zeiden de geleerden tegen de farao. Maar de farao was opnieuw koppig. Hij weigerde naar hen te luisteren, precies zoals de Here het van tevoren had gezegd.

20. Toen zei de Here tegen Mozes: ‘Sta vroeg op en klamp de farao aan wanneer hij naar de rivier gaat om te baden. Zeg tegen hem: “De Here zegt: laat mijn volk gaan om Mij te dienen.

21. Als u dat niet doet, zal Ik steekvliegen op u, uw dienaren en uw onderdanen loslaten. De huizen en zelfs de grond waarop zij lopen, zal wemelen van de steekvliegen.

22-23. Maar in het land Gosen waar mijn volk woont, zullen geen steekvliegen voorkomen, zodat u zult merken dat Ik, de Here, in dit land ben. Ik zal mijn volk uit de handen van uw volk redden!” ’

24. En de Here voerde zijn dreigement uit: in alle huizen en in heel Egypte wemelde het van de steekvliegen.

25. De farao ontbood Mozes en Aäron opnieuw en zei: ‘Jullie kunnen je gang gaan. Jullie mogen in dit land offers brengen aan je God, dan hoeven jullie niet de woestijn in te trekken.’