Het Boek

Exodus 40:1-15 Het Boek (HTB)

1. Daarna zei de Here tegen Mozes:

2. ‘Op de eerste dag van de eerste maand moet u de tabernakel opzetten.

3. Plaats de ark met de Tien Geboden erin en hang het gordijn ervoor, zodat de ark in het Heilige der Heiligen komt te staan.

4. Breng daarna de tafel met alle toebehoren naar binnen, zet de kandelaar erbij en steek de lampen aan.

5. Zet het gouden reukofferaltaar voor de ark en hang het gordijn voor de ingang van de tabernakel.

6. Zet daarna het brandofferaltaar voor de ingang.

7. Zet het wasvat tussen de tabernakel en het altaar en vul het met water.

8. Zet de gordijnwanden van de voorhof op en breng het gordijn voor de ingang van de voorhof aan.

9. Neem de zalfolie en sprenkel haar over de tabernakel en alles wat zich erin bevindt: alle toebehoren en stukken die daar staan, zodat ze worden geheiligd.

10. Zalf ook het brandofferaltaar en zijn toebehoren, zodat het allerheiligst wordt.

11. Doe hetzelfde met het wasvat en zijn voetstuk, zodat ook dat heilig wordt.

12. Breng Aäron en zijn zonen bij de ingang van de tabernakel en was hen met water.

13. Geef Aäron de heilige kleren aan, zalf en heilig hem, zodat hij voor Mij het priesterambt kan uitoefenen.

14. Zijn zonen moeten hun onderkleden aandoen

15. en daarna moeten zij worden gezalfd en geheiligd, zodat ook zij het priesterambt voor Mij kunnen uitoefenen. Hun zalving zal van geslacht tot geslacht blijven gelden, het is een eeuwig priesterschap.’