Het Boek

Exodus 38:1-16 Het Boek (HTB)

1. Het brandofferaltaar werd van acaciahout gemaakt, 2,25 meter in het vierkant en 1,35 meter hoog.

2. Aan de vier hoeken zaten horens, die een geheel vormden met het altaar. Hij overtrok ze met koper.

3. Al het toebehoren van het altaar—potten, scheppen, schalen, vleeshaken en vuurpannen—werd van koper gemaakt.

4. Daarna maakte hij een koperen rooster dat op ongeveer de helft van de hoogte van het altaar werd aangebracht.

5. Aan de vier hoeken van het rooster maakte hij vier ringen voor de draagstokken.

6. De draagstokken maakte hij van acaciahout en overtrok ze met koper.

7. De draagstokken werden in de ringen aan de zijkant van het altaar geschoven om het te kunnen dragen. Het altaar was van planken gemaakt en hol.

8. Het koperen wasvat met het koperen voetstuk werd gemaakt van de koperen spiegels die de vrouwen die dienst deden bij de ingang van de tabernakel, hadden gegeven.

9. Toen bouwde hij de voorhof. De zuidelijke kant was 45 meter lang en bestond uit geweven gordijnen van getwijnd fijn linnen.

10. Langs de kant stonden twintig koperen pilaren met koperen voetstukken en zilveren stangen en haken om de gordijnen aan op te hangen.

11. De noordkant van de voorhof was ook 45 meter lang, met twintig koperen pilaren op koperen voetstukken en zilveren stangen met zilveren haken.

12. De westkant van de voorhof was 22,5 meter lang en bestond uit gordijnen die hingen aan tien koperen pilaren op koperen voetstukken met zilveren stangen en haken.

13. De oostkant was eveneens 22,5 meter lang.

14-15. De gordijnen aan weerszijden van de ingang van de voorhof waren 6,75 meter lang, elk met drie pilaren en drie voetstukken.

16. Alle gordijnen die de muren van de voorhof vormden, waren geweven van getwijnd fijn linnen.