Het Boek

Exodus 37:1-10 Het Boek (HTB)

1. Daarna bouwde Besaleël de ark. Hij bestond uit acaciahout en was 1,13 meter lang, 68 cm breed en 68 cm hoog.

2. Hij overtrok de binnenkant en de buitenkant met puur goud en maakte er een gouden lijst omheen.

3. Hij goot vier gouden ringen en bevestigde die aan de onderkant van de ark, twee aan elke kant.

4. Daarna maakte hij van acaciahout twee draagstokken, overtrok ze met goud

5. en stak ze door de ringen aan de zijkanten van de ark om hem zo te kunnen dragen.

6. Toen maakte hij van puur goud het verzoendeksel, 1,13 meter lang en 68 cm breed.

7. Daarna maakte hij twee gouden engelen en plaatste ze aan de beide korte kanten van het verzoendeksel.

8. Zij vormden een geheel met het verzoendeksel.

9. De engelen spreidden hun vleugels naar boven uit en bedekten zo het verzoendeksel. De gezichten van de engelen waren naar elkaar en op het verzoendeksel gericht.

10. Toen maakte hij van acaciahout de tafel, 90 cm lang, 45 cm breed en 68 cm hoog.