11. U moet al mijn geboden gehoorzamen en naleven, dan zal Ik de Amorieten, Kanaänieten, Hethieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten voor u verdrijven.
12. Denk erom dat u nooit een verbond sluit met de volken die wonen in het land waarnaar u nu op weg bent. Als u dat wel doet, zullen zij voor u een verzoeking zijn, zodat u al snel hun heidense gewoonten overneemt.
13. Integendeel, haal hun altaren omver, sla hun gewijde stenen kapot en hak hun gewijde palen om.
14. U mag geen andere goden vereren omdat de Here, uw God, een jaloerse God is.