Het Boek

Exodus 16:1-10 Het Boek (HTB)

1. Na het vertrek uit Elim kwamen de Israëlieten in de woestijn Sin tussen Elim en de Sinaï. Dat was zes weken na hun vertrek uit Egypte.

2. In die woestijn beklaagden de Israëlieten zich tegenover Mozes en Aäron en zeiden:

3. ‘Waarom heeft de Here ons niet gewoon in Egypte laten sterven! Daar waren de vleespotten vol en hadden we in elk geval genoeg te eten, maar in deze woestijn zullen we allemaal verhongeren.’

4. Toen zei de Here tegen Mozes: ‘Luister, Ik zal voor hen brood uit de hemel laten regenen. Iedereen mag elke dag net zoveel eten verzamelen als hij die dag nodig heeft. Ik zal hen daarmee op de proef stellen om te zien of zij mijn opdrachten uitvoeren.

5. Zeg hun dat zij de zesde dag van de week tweemaal zoveel eten verzamelen als op de andere dagen.’

6. Mozes en Aäron riepen de Israëlieten bijeen en zeiden: ‘Vanavond zullen jullie merken dat het de Here was die ons uit Egypte heeft bevrijd.

7. En morgenochtend zullen jullie nog meer van zijn glorie zien. Hij heeft jullie klachten tegen Hem gehoord. Hij weet dat jullie niet tegen ons klagen, want wie zijn wij tenslotte?

8. De Here zal jullie 's avonds vlees en 's morgens brood te eten geven.

9. Kom nu voor de Here staan en luister naar zijn antwoord op jullie klachten.’

10. Aäron riep iedereen samen en terwijl hij nog sprak, werd aller blik getrokken naar de woestijn, want daar verscheen de heerlijkheid van de Here vanuit de wolk die hen leidde.