Het Boek

Esther 2:3-16 Het Boek (HTB)

3. Wij zullen in alle gewesten ambtenaren aanstellen om deze meisjes te selecteren voor de koninklijke harem. Hegai, de harembewaker, zal zorgen dat zij de beschikking krijgen over alle schoonheidsmiddelen.

4. Het meisje dat u dan het best bevalt, zal koningin worden in plaats van Vasti.’ De koning vond dit een goed voorstel en liet het onmiddellijk uitvoeren.

5. Nu woonde in Susan een Joodse man, Mordechai. Hij hoorde bij de stam Benjamin en was de zoon van Jaïr, de zoon van Simi, de zoon van Kis.

6. Bij de verwoesting van Jeruzalem was hij gevangengenomen. Samen met koning Jechonja van Juda en vele anderen was hij door koning Nebukadnezar in ballingschap weggevoerd naar Babel.

7. Mordechai was de pleegvader van een bijzonder knap en aantrekkelijk meisje, Hadassa, die in het Perzisch Esther werd genoemd. Zij was de dochter van zijn oom. Hij had haar na de dood van haar ouders als dochter aangenomen.

8. Als gevolg van het koninklijk besluit werd ook Esther, samen met vele andere meisjes, naar de harem in het paleis in Susan gebracht.

9. Hegai, die voor de harem verantwoordelijk was, raakte onder de indruk van haar schoonheid. Hij deed zijn best het haar naar de zin te maken en liet onmiddellijk speciale maaltijden en schoonheidsmiddelen voor haar komen. Zij kreeg de zeven beste dienaressen van het paleis. Hegai liet haar in het mooiste deel van de harem wonen.

10. Maar Esther had niemand verteld dat zij een Joodse was. Mordechai had haar de raad gegeven haar afkomst geheim te houden.

11. Haar pleegvader kwam elke dag naar de voorhof van de harem om te informeren hoe Esther het maakte en wat er met haar zou gebeuren.

12. Voordat een meisje de nacht mocht doorbrengen met koning Ahasveros, moest zij eerst twaalf maanden lang een schoonheidsbehandeling ondergaan. Om te beginnen moest een meisje een half jaar mirre-olie gebruiken en daarna nog eens zes maanden speciale parfums en andere schoonheidsmiddelen.

13. Wanneer het haar beurt was met de koning te slapen, kreeg zij de mooiste kleren en juwelen. Die moesten haar schoonheid beter laten uitkomen.

14. 's Avonds werd zij meegenomen naar de vertrekken van de koning en 's ochtends naar een tweede harem gebracht. Daar woonden de vrouwen van de koning. Zij stonden onder de hoede van Saäsgaz, een andere hoveling van de koning. Een meisje bleef daar de rest van haar leven wonen zonder de koning ooit weer te zien, behalve wanneer zij goed bij hem in de smaak was gevallen en hij haar persoonlijk liet roepen, dan mocht zij terugkomen.

15. Toen was Esther aan de beurt om naar de koning te gaan. Zij was de dochter van Abichaïl, die een oom van haar pleegvader Mordechai was. Zij volgde het advies op van Hegai, de harembewaker en kleedde zich volgens zijn aanwijzingen. Iedereen vond dat zij er prachtig uitzag!

16. In de tiende maand van het zevende jaar dat Ahasveros' regeerde, werd Esther naar het paleis van de koning gebracht.