Het Boek

Esther 2:16-20 Het Boek (HTB)

16. In de tiende maand van het zevende jaar dat Ahasveros' regeerde, werd Esther naar het paleis van de koning gebracht.

17. De koning hield meer van haar dan van alle andere meisjes. Hij was zo verrukt over haar dat hij de koninklijke kroon op haar hoofd zette en haar tot koningin uitriep in de plaats van Vasti.

18. Om deze heuglijke gebeurtenis te vieren, gaf hij een diner voor al zijn gouverneurs en regeringsambtenaren, hij gaf de gewesten een rustdag en deelde met gulheid geschenken uit.

19. Enige tijd later gaf de koning opnieuw bevel om mooie, jonge meisjes bijeen te brengen. Intussen was Mordechai een vertrouwde verschijning in het paleis geworden.

20. Esther had nog niemand verteld dat zij een Joodse was, want zij bleef Mordechai gehoorzamen, net als toen zij nog bij hem woonde.