Het Boek

Esther 2:11-22 Het Boek (HTB)

11. Haar pleegvader kwam elke dag naar de voorhof van de harem om te informeren hoe Esther het maakte en wat er met haar zou gebeuren.

12. Voordat een meisje de nacht mocht doorbrengen met koning Ahasveros, moest zij eerst twaalf maanden lang een schoonheidsbehandeling ondergaan. Om te beginnen moest een meisje een half jaar mirre-olie gebruiken en daarna nog eens zes maanden speciale parfums en andere schoonheidsmiddelen.

13. Wanneer het haar beurt was met de koning te slapen, kreeg zij de mooiste kleren en juwelen. Die moesten haar schoonheid beter laten uitkomen.

14. 's Avonds werd zij meegenomen naar de vertrekken van de koning en 's ochtends naar een tweede harem gebracht. Daar woonden de vrouwen van de koning. Zij stonden onder de hoede van Saäsgaz, een andere hoveling van de koning. Een meisje bleef daar de rest van haar leven wonen zonder de koning ooit weer te zien, behalve wanneer zij goed bij hem in de smaak was gevallen en hij haar persoonlijk liet roepen, dan mocht zij terugkomen.

15. Toen was Esther aan de beurt om naar de koning te gaan. Zij was de dochter van Abichaïl, die een oom van haar pleegvader Mordechai was. Zij volgde het advies op van Hegai, de harembewaker en kleedde zich volgens zijn aanwijzingen. Iedereen vond dat zij er prachtig uitzag!

16. In de tiende maand van het zevende jaar dat Ahasveros' regeerde, werd Esther naar het paleis van de koning gebracht.

17. De koning hield meer van haar dan van alle andere meisjes. Hij was zo verrukt over haar dat hij de koninklijke kroon op haar hoofd zette en haar tot koningin uitriep in de plaats van Vasti.

18. Om deze heuglijke gebeurtenis te vieren, gaf hij een diner voor al zijn gouverneurs en regeringsambtenaren, hij gaf de gewesten een rustdag en deelde met gulheid geschenken uit.

19. Enige tijd later gaf de koning opnieuw bevel om mooie, jonge meisjes bijeen te brengen. Intussen was Mordechai een vertrouwde verschijning in het paleis geworden.

20. Esther had nog niemand verteld dat zij een Joodse was, want zij bleef Mordechai gehoorzamen, net als toen zij nog bij hem woonde.

21. Toen Mordechai op zekere dag in het paleis aan het werk was, smeedden twee verbitterde poortwachters van het paleis een samenzwering. Het waren Bigtan en Teres. Zij wilden de koning vermoorden.

22. Dit kwam Mordechai ter ore, hij speelde deze inlichtingen door aan koningin Esther en zij vertelde het namens Mordechai aan de koning.