Het Boek

Deuteronomium 9:23-29 Het Boek (HTB)

23. Bij Kades-Barnea, toen de Here u opdroeg het land binnen te trekken dat Hij u had gegeven, kwam u in opstand. U wilde niet geloven dat Hij u zou helpen, u weigerde Hem te gehoorzamen.

24. Ja, u bent opstandig geweest tegen de Here vanaf de eerste dag dat ik u leerde kennen.

25. Daarom viel ik nogmaals veertig dagen en nachten voor Hem neer toen de Here op het punt stond u te vernietigen.

26. Ik bad en vroeg Hem: “Och Here God, vernietig uw eigen volk toch niet. Het is uw erfdeel dat U uit Egypte redde met uw sterke hand en machtige grootheid.

27. Let alstublieft niet te veel op de opstandigheid en koppigheid van dit volk, maar denk toch aan uw beloften aan uw dienaren Abraham, Isaak en Jakob. Zie alstublieft de grote verdorvenheid en zonde van dit volk over het hoofd.

28. Want als U het vernietigt, zullen de Egyptenaren zeggen: ‘Hij deed dat omdat Hij niet in staat was het volk naar het land te brengen dat Hij het had beloofd’ of ‘Hij vernietigde het volk omdat Hij het haatte, Hij leidde de mensen de wildernis in om hen daar te doden.’

29. Het is hoe dan ook uw volk en uw erfdeel dat U door uw sterke arm en grote kracht uit Egypte bevrijdde.” ’