19. En kijk niet naar de hemel om de zon, de maan of de sterren te aanbidden, die de Here voor alle volken op aarde heeft gemaakt.
20. Nee, de Here heeft u uit de gevangenis van Egypte bevrijd om zijn eigen volk te worden, zijn eigen erfenis, dat is wat u op dit moment bent.
21-22. Maar de Here werd toornig op mij wegens u, Hij zwoer dat ik de Jordaan niet zou oversteken naar het goede land dat Hij u gaf als uw erfdeel. Ik moet aan deze zijde van de rivier sterven. U zult de rivier echter oversteken en het goede land in bezit nemen.
23. Pas er voor op dat u het verbond met de Here niet verbreekt door afgodsbeelden te maken! Want de Here heeft dat uitdrukkelijk verboden.