Het Boek

Deuteronomium 16:1-14 Het Boek (HTB)

1. ‘Vier Pesach, het Paasfeest, altijd in de maand Abib, de eerste maand, want dat was de maand waarin de Here, uw God, u 's nachts uit Egypte leidde.

2. Voor de Here, uw God, zult u dan schapen en runderen offeren op de plaats die Hij Zelf zal aanwijzen en waaraan Hij zijn naam zal verbinden.

3. Eet het offer met ongezuurd brood. Eet gedurende zeven dagen ongezuurd brood als herinnering aan het brood dat u in slechte omstandigheden at toen u uit Egypte werd bevrijd. Het herinnert u er altijd aan dat u Egypte zó haastig verliet dat het brood geen tijd had om te rijzen. Zo zult u uw hele leven deze bevrijding uit Egypte herdenken.

4. Zeven dagen lang mag geen spoor van zuurdeeg in uw huis te vinden zijn en niets van het paaslam mag tot de volgende morgen blijven liggen.

5. U mag het pesachoffer niet thuis slachten,

6. maar dat moet gebeuren op de plaats die de Here zal kiezen als zijn heiligdom. Offer het daar elk jaar op die avond bij het ondergaan van de zon, de tijd waarop u uit Egypte vertrok.

7. Kook dan het lam, eet het op en ga pas de volgende morgen naar huis terug.

8. De volgende zes dagen mag u geen gezuurd brood eten. Op de zevende dag moet u een feestelijke bijeenkomst houden ter ere van de Here, uw God. U mag die dag niet werken.

9. Zeven weken na het begin van de oogst

10. zal een ander feest worden gevierd ter ere van de Here, uw God: het Wekenfeest. Breng Hem dan een vrijwillig offer dat in verhouding staat tot de zegen die de Here u heeft gegeven.

11. Het is dan tijd om met uw gezin en huishouden blij te zijn voor de Here. Vergeet niet de plaatselijke Levieten, vreemdelingen, weduwen en wezen in uw blijdschap te laten delen. Nodig hen uit u te vergezellen naar het feest in het heiligdom van de Here.

12. Onthoud dat uzelf slaven bent geweest in Egypte, dus vergeet niet dit gebod na te leven.

13. Wanneer aan het eind van het oogstseizoen het koren is gedorst en de wijndruiven zijn geperst, moet u gedurende zeven dagen het Loofhuttenfeest vieren.

14. Samen met uw gezin en uw bedienden zult u dan een blij feest vieren. Vergeet niet de Levieten, vreemdelingen, weduwen en wezen uit uw omgeving bij dit feest te betrekken.