Het Boek

Colossenzen 1:19-29 Het Boek (HTB)

19. Want God had besloten met zijn hele wezen in zijn Zoon te wonen.

20. Door zijn Zoon heeft God een altijddurende vrede gesticht tussen Zichzelf en alles wat in de hemelen en op aarde is. Doordat Christus Zich aan het kruis heeft opgeofferd en zijn bloed heeft gegeven, is er verzoening met God.

21. Dat geldt ook voor u, die vroeger zo ver van God verwijderd was. U leefde als vijand van Hem, zoals bleek uit de slechte dingen die u dacht en deed.

22. Maar nu heeft God Zich met u verzoend, door de dood aan het kruis van zijn aardse lichaam. Zo heeft Christus u heilig en zuiver gemaakt en in de dichte nabijheid van God gebracht.

23. De enige voorwaarde is dat u deze waarheid met heel uw hart gelooft en er standvastig in blijft. Dat u sterk bent in de Here en vast overtuigd van het goede nieuws dat Jezus voor u gestorven is. Dit geweldige nieuws gaat de hele wereld door en ik heb mijn leven in dienst ervan gesteld.

24. Ik ben blij dat ik nu voor u moet lijden, omdat ik op die manier in mijn lichaam iets mag voelen van het lijden dat Christus ten behoeve van zijn lichaam, de Gemeente, heeft geleden.

25. God heeft mij immers opgedragen de Gemeente te dienen door haar alles over zijn Woord te vertellen.

26. Dat heeft God door de eeuwen heen verborgen gehouden, maar nu bekendgemaakt aan hen die Hem liefhebben en voor Hem willen leven.

27. Hij wilde dat zij zouden weten wat een rijk en prachtig geheim Hij voor alle volken heeft. Dit is het geheim: dat Christus in u leeft. Hij is uw hoop op Gods heerlijkheid.

28. Overal waar wij komen, vertellen wij de mensen over Christus. Wij waarschuwen en onderwijzen hen in alle wijsheid. Wij willen graag ieder mens aan God voorstellen, volmaakt door wat Christus voor hem gedaan heeft.

29. Dit is mijn werk. Ik kan dat alleen maar doen doordat ik van Christus de kracht daarvoor krijg.