17. Nathan zocht David op en vertelde hem wat de Here had gezegd.
18. Toen ging David de tent binnen, knielde voor de ogen van de Here neer en bad: ‘O Here God, waarom hebt U uw zegeningen uitgestrooid over mij en mijn nageslacht?
19. En nu U mij dat allemaal hebt gegeven, zegt U ook nog dat U mijn geslacht voor altijd wilt laten regeren!
20. Wat kan ik verder nog zeggen? Here God, U kent mij, uw dienaar, immers door en door.
21. U doet al deze dingen omdat U het hebt beloofd en omdat U ze ook wilt doen!