Het Boek

2 Samuël 5:6-13 Het Boek (HTB)

6. Kort daarna leidde David zijn troepen naar Jeruzalem om de strijd aan te binden met de Jebusieten, die daar woonden. ‘U komt hier nooit binnen,’ zeiden zij. ‘Zelfs blinden en lammen zouden u buiten de muren kunnen houden!’ Zo gemakkelijk dachten zij David van zich af te kunnen houden.

7. Maar David en zijn mannen versloegen hen en veroverden de burcht Sion, die nu de Stad van David wordt genoemd.

8. Want toen de beledigende boodschap van de verdedigers van de stad David had bereikt, had hij tegen zijn troepen gezegd: ‘Zodra de stad is ingenomen, moeten jullie al die “lamme” en “blinde” Jebusieten van de burcht naar beneden gooien. Ik haat hen. Degene die de stad als eerste inneemt, wordt opperbevelhebber.’ Hiervan stamt het spreekwoord: ‘Blinden en lammen mogen niet binnenkomen!’

9. David maakte de burcht Sion tot zijn hoofdkwartier en noemde deze voort aan de ‘Stad van David.’ Rondom bouwde hij versterkingen. Hij begon bij Millo en bouwde zo verder naar binnen.

10. Op die manier werd David steeds machtiger, want de Here, de God van de hemelse legers, hielp hem.

11. Koning Hiram van Tyrus stuurde cederhout, timmerlui en steenhouwers om een paleis voor David te bouwen.

12. David besefte nu waarom de Here hem koning had gemaakt en zijn koningschap zo zegende, God maakte zo zijn volk Israël beroemd.

13. Nadat David van Hebron naar Jeruzalem was verhuisd, trouwde hij nog meer vrouwen en bijvrouwen, van wie hij veel zonen en dochters kreeg.