Het Boek

2 Samuël 22:36-48 Het Boek (HTB)

36. U hebt mij het schild van uw heil gegeven. Door mij te verhoren, hebt U mij grootgemaakt.

37. U hebt een pad voor mij gereedgemaakt, zodat ik niet kon uitglijden.

38. Ik heb mijn vijanden achtervolgd en hen verslagen. Ik hield pas op toen zij allemaal waren verdwenen.

39. Ik heb hen vernietigd, zodat er niet één meer kan opstaan. Zij zijn onder mijn voet ten val gekomen.

40. Want U hebt mij kracht gegeven in de strijd en ervoor gezorgd dat ik iedereen die tegen mij opstond, kon onderwerpen.

41. U liet mijn vijanden op de vlucht slaan en wegrennen. Ik heb hen allemaal verslagen.

42. Zij zochten zonder resultaat naar hulp. Zij riepen tot God, maar Hij weigerde te antwoorden.

43. Ik vermaalde hen tot stof, sloeg hen uiteen en doodde hen, ruimde hen op als waardeloos vuil in de straat.

44. U hielp mij te ontkomen aan de opstandigheid van mijn volk. U liet mij voortbestaan zelfs aan het hoofd van heidense volken. Buitenlanders zullen mij dienen

45. en zich snel aan mij onderwerpen als zij horen van mijn macht.

46. Zij zullen de moed laten zakken en bevend bij mij komen vanuit hun schuilplaatsen.

47. De Here leeft, gezegend zij mijn Rots. Geprezen zij Hij, de Rots van mijn heil.

48. Gezegend zij God, die mijn tegenstanders verslaat