Het Boek

2 Samuël 18:17-20 Het Boek (HTB)

17. Zij gooiden Absaloms lijk in een diepe kuil in het woud en stapelden er een grote hoop stenen overheen. Het Israëlitische leger vluchtte ondertussen terug naar huis.

18. Absalom had vroeger in het Koningsdal een monument voor zichzelf laten bouwen, want hij zei toen: ‘Ik heb geen zonen die mijn naam zullen dragen.’ Hij noemde het ‘Absaloms monument’ en zo heet het vandaag de dag nog steeds.

19. Toen zei Zadoks zoon Ahimaäz: ‘Laat mij snel vooruitgaan naar koning David om het goede nieuws te brengen dat de Here hem heeft gered van zijn vijand Absalom.’

20. Maar Joab weigerde toestemming. ‘Het is geen goed nieuws voor de koning dat zijn zoon dood is,’ zei hij. ‘Een andere keer mag je mijn boodschapper zijn.’